We besteden kennelijk zo’n 153 dagen van ons leven aan het zoeken naar verloren voorwerpen. Laatst heb ik dat gemiddelde lekker opgekrikt. Ik was drie dingen tegelijk kwijt. Een enge brief van KPN over vervanging modem (‘Als de installatie niet lukt kunt u gratis een monteursafspraak maken’), de föhn om een natte plek in het vloerkleed te drogen en een goede stok kaarten.
De föhn zou in de trapkast moeten liggen, de speelkaarten in de boekenkast en de brief ergens op mijn bureau. Maar daar bevinden ze zich niet. Intensieve zoektochten ten spijt zijn en blijven de drie verschillende artikelen spoorloos.
Moet ik gewoon beter opletten waar ik mijn spullen laat? Of zit een goed geföhnt kaboutertje nu te klaverjassen met de KPN-brief als kladje voor de scores?
Ik gok dat laatste.
Leave A Comment