Het vliegtuig is naar het uiterste eindje van de startbaan getaxied. Achter ons alleen maar gras. Schuddend en wiebelend blijven we daar wachten. ‘We mogen niet opstijgen, te veel wind’, vermoeden wij. Dan geeft de onzichtbare piloot toch een spuit gas waar je akelig van wordt, in no time hangen we in de lucht. Boven Cork maakt hij een scherpe draai, want we vliegen nu richting Amerika en we moeten toch echt naar Schiphol.
Onze kist schokt af en toe behoorlijk, ik kan me niet voorstellen dat de belegde broodjes die wonderwel door de douane zijn gekomen in mijn maag gaan verdwijnen. De ondergaande zon achter ons is wel een spektakel, dat leidt af. Als we eindelijk boven Amsterdam vliegen, allemaal lichtjes, jeetje wat is die stad groot, zet de piloot de landing in. Net als de wielen de grond geraakt hebben, krijgen we nog een enorme klap van links naar rechts te verduren. ‘We slaan om’, denk ik benauwd.
Voor in het gangpad heeft iemand overgegeven. Trots dat ik het niet was.
Leave A Comment