De eerste dag na een lang weekend kamperen voelt onwennig. Op de camping was je dag en nacht buiten, nu denk je ’s ochtends ‘brr koud, hou die achterdeur maar dicht’.
Halverwege de middag heb ik alleen nog maar binnen én achter de computer gezeten. Het eigen bed sliep wel lekker, maar ik mis de vogeltjes en de eekhoorntjes nu al. Op ons veldje liep een lijster met jong, roffelde een specht en hupten de eekhoorntjes van boom naar boom. Daar kun je in een stadstuintje alleen maar van dromen.
We hoeven ook niet meer het luifeltje van de tent op regenstand te zetten (anders werd het een zwembadje), niet meer naar het toiletgebouw te wandelen (overdag), niet meer achter de tent te hurken (’s nachts) en niet meer snel alles ons tenthuisje in te slepen als er weer eens een bui aankwam.
Saai hoor, zo’n stenen huis.
Leave A Comment