Voetbal zou refereren aan het oeroude stamgevoel, las ik ergens. Vandaar de populariteit, de fans, de clubkleuren.
Ik hoor bij de geelblauwe stam vanavond. Vrijkaartje gekregen, dan gaan we maar een keer kijken.
De mannen op het veld doen goed hun best, al lijkt het meer op schaken dan op voetbal. Je ziet ze veel nadenken, over het juiste afspeelbeleid. Op de dode spelmomenten is ook van alles te zien. Zoals de keeper die op zijn bidon gaat kijken als hij een penalty tegen krijgt. Op die bidon zitten spiekbriefjes geplakt, over schietgewoonten van de tegenstander.
In de pauze komt een legertje mannen het veld op met vreemde prikstokken. Daarmee leggen ze de losgewoelde pollen terug in het gras. Als er weer een penalty dreigt, voor de thuisclub deze keer, gaan de kinderen achter mij klaar staan op een rijtje. Moeder houdt het telefoontoestel in de aanslag. Een potentiële juichfoto is kennelijk belangrijker dan het echte moment.
Heftig hoor, zo’n stammenstrijd.
Leave A Comment