In het museum waar ik af en toe werk, wil een echtpaar een leren tas kopen. Voor de laptop van de vrouw. Ze weten alleen dat de computer 13 inch is, past ie dan in de tas?
Samen met de man sla ik enthousiast aan het rekenen. Want al is mijn wiskundekennis weggezakt en versleten, puzzelen blijft leuk.
De diameter van de laptop is 32,5 centimeter, bereken ik ijverig. Maar dan, hoe zat dat ook alweer met die stelling van Pythagoras. Twee schoolmeisjes lopen voorbij, misschien hebben zij net wiskunde gehad? Helaas, ze komen niet verder dan “Pythagoras, was dat niet iets met pi?’.
Hersencellen die jaren hebben liggen slapen, ontwaken ruw. A-kwadraat plus b-kwadraat is c-kwadraat, roepen ze ineens klaarwakker.
De enige formule uit mijn schooltijd die ik onthouden heb, blijkt waardeloos. We moet a óf b weten, en die weten we niet. Dus meten we de diameter van de tas op, die zo lang is dat het echtpaar de gok waagt.
Mijn bèta-hersencellen mogen weer rustig gaan slapen.
Leave A Comment