Het plekje op de camping leek overdag zo mooi. Onder een boom, tegen een heg. Maar als ik me ’s avonds neergevlijd heb op mijn matje, hoor ik indringende geluiden. Stappen op het grind komen steeds dichter bij, tot ze bijna door mijn tent lijken te gaan, dan sterven ze weer weg. Dat gaat zo door tot diep in de nacht. Heel de camping moet over dat grindpad achter mijn tent om naar de wc te gaan.
Als het even rustig is op de grindpadsnelweg, kruip ik snel uit mijn tent, op mijn hurken tegen de heg. De wc is te ver weg voor mijn overspannen blaas.
Tegen het ochtendgloren, nog steeds klaarwakker, neem ik een besluit. Er gaat een plasemmer komen in mijn tent. Het voelt als een nederlaag, maar al die slapeloze nachten vanwege continue aandrang ben ik voor eens en voor altijd beu.
Wat zal ik lekker slapen straks, met een toilet in mijn tent. Best fijn, zo’n nederlaag.
Leave A Comment