Dit vriendenweekend is klagen verboden. Wie toch zondigt, moet een euro in de mopperpot doneren.
Als de gourmetplaat het begeeft, halverwege de avond, blijven we dus lachen. “Gelukkig hebben we een koekenpan en gasfornuis.’ De eigenaar van de kapotte plaat doet er nog een schepje bovenop: “Nu heb ik mooi een reden om eens bij dat repaircafé te gaan kijken in ons dorp.’
Ook bij het dobbelen houden we de regels in de gaten. “Is dat niet jouw derde yatzee? Wat fijn voor jou! Ik streep ze wel weg, dat telt makkelijker op.’
Het anti-klaagsysteem werkt perfect, de stemming blijft positief. Al vragen we ons regelmatig af wat klagen eigenlijk is. We houden het op negatief praten over iets wat toch niet te veranderen is. Als iemand met goede smaak de gordijnen van het huisje af gaat zitten kraken, “hoe konden ze voor zo’n saaie kleur bruin kiezen!’, komt eindelijk de eerste euro in de mopperpot.
Die pot wordt uiteindelijk geen vetpot, maar voor de rest: niks te klagen.
Leave A Comment