Taalblunders in de krant kunnen voor veel humor zorgen. Soms zit ik werkelijk te schaterlachen aan het ontbijt. Zoals bij het foto-onderschrift “Kano’s worden geschud in de sluis’. Mijn dag is ook weer goed als ik lees dat iemand in het water duikte, dat de redactie protesteert tegen bezuinigingen omdat “dat de kwaliteit van de krant bedreigd‘ en als briefschrijvers melden dat ze gebolgen zijn over alle taalfouten in de krant.
Je lacht wat af, als lezer. Nu is enige reserve op zijn plaats, want je weet nooit zeker wie de fout gemaakt heeft. Als correspondent ben ik zeker wel eens behoed voor blunders door een oplettende eindredacteur. Toen ik zanger Clemens van Bracht (van De Deurzakkers) verwisseld had met biljarter Rini, bijvoorbeeld. Maar andersom kwam toch heus vaker voor. IJverige eindredacteuren wisten mijn correcte mond-tot-mondreclame al eens om te zetten in mond-op-mond, havo werd HAVO en per se veranderde ooit in persé. Boven zo’n ‘verfouterd’ verhaal staat dan wel jouw naam. Dat is niet leuk, maar enige eelt op de ziel moet je hebben als broodschrijver.
In het tijdschrift Onze Taal las ik laatst een nog veel erger voorbeeld van verfouteren. Het 7-jarig dochtertje van de ingezondenbriefschrijver had in een opstel geschreven “Ik hoop dat het nooit meer gebeurt’. De juffrouw had de t van gebeurt met haar rode pen veranderd in een d.
Ik hoop dat ze geen eindredacteur wordt bij mijn krant, die juf.
Leave A Comment