Paniek, portemonnee kwijt. Vanochtend naar de bakker geweest, een half uurtje later is hij onvindbaar. Snel naar mijn afspraak, zonder portemonnee.
Bij thuiskomst weer alles gecontroleerd, van fietstassen tot boekenkast. Terug naar de bakker, hebben ze daar iets gevonden? “Wel een handschoen’, zegt de bakkersvrouw spijtig.
Op de fiets denk ik aan de klant die samen met mij de bakkerswinkel binnenkwam. Dikke buik, trainingsbroek, petje, doch iedereen vriendelijk groetend. Het zal toch niet. Heeft hij dicht bij mij gestaan? Ik kan het me niet herinneren. Als hij mijn zakken gerold heeft, is het een vakman, denk ik bewonderend.
Thuis weer alles afgezocht. En ja hoor, in mijn gewone handtas zit de verloren zoon. Verstrooid heb ik de portemonnee van de jaszak in de verkeerde tas overgeladen. Ik had hem, denkend aan de afspraak, in mijn werktas willen doen.
“De meeste mensen zijn eerlijk’, had ik de bakkersvrouw net nog verzekerd, toen zij opperde “iemand zal hem toch niet hier opgeraapt hebben van de vloer’. En inderdaad, de meeste mensen zijn eerlijk. En verstrooid. En wantrouwig. Sorry, vriendelijke man met petje en trainingsbroek. Ik schaam me diep.
Leave A Comment