Ik ben en blijf een knoeier, als men dit niveau beziet


De meester

Omdat ik niks te lezen heb, pak ik een oudje van Simon Carmiggelt uit de kast. “De vrolijke jaren’. Het zal wel ironisch bedoeld zijn, mijn vroegere idool kennende, maar dat mag de pret niet drukken.

Tot mijn verrassing word ik direct weer gegrepen door de nuchtere schrijfstijl, de rake typeringen en de knappe volzinnen.

Over Jan, die in een gehucht woont dat ‘in de slagschaduw hurkt van een enorme fabriek’.

Over het onverwoestbare reisoptimisme van zijn vrouw: “Ze wees welgemoed naar buiten waar zwarte verdwaalbossen zwaarmoedig de bergen beklommen.’

Over een hotelier die hem erg bruut wekt: “Ik denk dat hij een voormalige toreador is, ontslagen omdat de stieren te bang voor hem waren.’

Als een belangrijke tram voor zijn neus wegrijdt omdat hij “volgens de galanterie van het ancient regime’ een verloren schoen van een vrouw opraapt: “Zoudt u nu meteen weten wat je in zo’n situatie moet doen? Ik niet.’

Mijn vrolijke jaren als columnschrijver zijn voorbij. Ik ben en blijf een knoeier, als men dit niveau beziet. Om bij de meester te blijven: “Zoudt u nu meteen weten welk vervangend beroep geschikt is voor mij?’.

By |2015-12-02T20:07:32+01:006 mei 2011|Columns|0 Comments

Leave A Comment

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.