Een groot nadeel van welvaart is dat je elkaar minder nodig hebt. Die tv heb je zelf, die auto, die wasmachine. Zelfs voor een kopje suiker kun je tegenwoordig niet meer met goed fatsoen bij de buren aankloppen. De super is immers tot ’s avonds negen uur open.
Gelukkig heb ik autoloze buren. Dan kun je je nog eens nuttig maken, als het zoontje in paniek naar de huisarts moet gebracht met blindedarmontsteking, als ze iets groots hebben gekocht dat niet op de fiets mee kan. Mijn buren spreken ook geen vloeiend Nederlands, hetgeen betekent dat ik ze wel eens help met lastige telefoontjes of formulieren invullen.
Omdat ik wel een auto heb, maar geen man, helpt buurman mij met het repareren van de schutting, het snoeien van de vlierbes of het zemen van de bovenramen. Dat laatste omdat ik geen ladder op durf. Al deze win-winactiviteiten (vroeger ook wel burenhulp genoemd) gaan gepaard met veel koffie en een gezellig praatje.
Volgens mij zijn we zeer tevreden met elkaar, mijn buren en ik. Vanwege een beetje minder welvaart is het gevoel van welzijn veel groter. Ik hoop dat ze nooit een auto kopen; misschien hopen zij wel dat ik nooit aan de man kom.
Leave A Comment