De klusjesman die de deurkruk van ons vakantiehuisje komt repareren, ziet wat witjes. ‘Het is nog nooit zo druk geweest’, meldt hij vermoeid. ‘Ik heb de halve nacht boven een kapot riool gelegen, ben wel aan vakantie toe.’
De deurkruk krijgt hij niet gerepareerd, met alleen een inbussleutel als gereedschap. ‘Dit is een privéhuisje, daar hoeven wij eigenlijk niet eens voor te komen’, klinkt het verontschuldigend. ‘Als jullie het zo redden, dan geven wij het door aan de eigenaar, en dan moet die het maar regelen.’
Tja, veel keus hebben we dus niet. Met precies de juiste trekkracht, één korte snelle beweging, lukt het meestal wel om de deur te sluiten, zonder dat je de deurkruk los in je handen houdt.
Volgende week krijg ik de borg terug. Als huurder zou je eigenlijk ook borg moeten kunnen vragen aan de verhuurder. ‘We betalen wat minder, want de achterdeur sloot moeilijk vanwege een kapotte deurkruk.’
Maar ach, gelukkig lagen wij niet de halve nacht boven een kapot riool.
Leave A Comment