In de Elzas schakelt men al snel welwillend over op Duits als ze merken dat je geen, of minimaal, Frans spreekt. Zo ook de meneer bij wie we onze defecte gasfles in willen leveren. ‘Dangereux. Gefärhlich, die akzeptiere ich nicht’, zegt hij gedecideerd.
Een beetje beduusd rijden we met ons potentiële bommetje weer terug richting camping. Het ventiel van de fles is kapot, het gas spoot eruit toen we hem loskoppelden. Alleen de schroefdop houdt nu bijna 3 kilo butaangas tegen, geen prettig gevoel.
‘Hier laat ik het niet bij zitten’, verzeker ik mijn kampeervrienden. Met een werktelefoon van een van hen bel ik Campingaz in Nederland en leg de situatie uit. ‘Dit kan natuurlijk niet, wij gaan die winkelier bellen’, klinkt het. Aan het eind van de middag krijgen we een seintje dat we de defecte fles toch terug mogen brengen naar de weigerachtige winkelier. Hij móet hem innemen.
Deze keer spreekt hij geen woord Duits meer. In het Frans ratelt hij, om zijn gezicht te redden, iets over het rubbertje aan de schroefdop, maar de victorie is nu aan ons. Dat hachelijke ding blijft hier. ‘Au revoir’, groeten wij tevreden. In het Frans.
Leave A Comment