Van een beroemd bioloog hoorde ik eens dat hij tijdens zijn opleiding maanden voor een terrarium had gezeten om een bepaald salamandertje te bestuderen.
Daar kan ik me weinig bij voorstellen. Wel installeer ik me nu elke avond met een kopje thee in het zolderraam om naar het spreeuwenballet te kijken.
Vanavond is het winderig en regenachtig, ik verwacht er eigenlijk niets van. Maar jawel, daar begint de show. IJverig zwenken, zwaaien en zwieren de vogels door de lucht. Dan lijken ze zwart, dan weer grijs, afhankelijk van hoe ze vliegen. Samen vormen ze een bal, een hartje, een langgerekte zwerm, een bol met een staart. Als ze zo lief zijn om dicht boven mijn tuin te scheren, klinkt het als het geruis van de zee.
Vroeger dan anders (toch te winderig?) laten ze zich een voor een vallen in een bomenrijtje. Einde van het ballet. Ik had er nog uren naar kunnen kijken. Zal ik toch maar bioloog worden dan?
Leave A Comment