‘Kun je die hond bij je houden’, roep ik over mijn schouder. Want als zo’n beest achter je aan komt, als je aan het trimmen bent, voelt dat niet fijn.
‘Dat beest doet helemaal niks’, klinkt het geïrriteerd. ‘Dat kan ik niet weten’, werp ik tegen. ‘Ge bent een azijnpisser’, krijg ik te horen.
Oké, dan gaan we los. ‘Je reed net ook al met je auto over het fietspad, doe niet zo aso man.’
‘Maakt jou niks uit waar ik rij, azijnpisser.’
‘Toch wel. Ik trim hier in het bos voor de frisse lucht, komt er zo’n stinkauto voorbij. Die hier niks te zoeken heeft.’
‘Nou nou, wat ben jij zuur zeg. Azijnpisser.’
‘Ga jij maar eens op een cursus sociaal doen.’
‘Azijnpisser.’
Leave A Comment