De particuliere tuin, die vandaag opengesteld is voor publiek, is overweldigend. Vierduizend vierkante meter vol percelen met buxusheggetjes, fluxen, duizendschoon, sieruien, franse geraniums. Alles wuift en ruist lieflijk, zonder te zijn overwoekerd door onkruid.
Hier heb je dagelijks vijf tuinmannen voor nodig, vermoeden wij. Anders kun je zo’n paradijs niet onderhouden. Dan komt de eigenaar/bewoner aanlopen. Een mannetje van over de zeventig. “Dit doe ik allemaal alleen”, meldt hij nuchter.
Flabbergasted togen wij terug naar huis. Naar ons voortuintje van vijf bij vier, waar we de handen aan vol hebben. De tuineigenaar tipte ons dat hij sinds kort azijn gebruikt om het onkruid op zijn tegelpaadjes te verdelgen. “Eerst plukte ik alles, op mijn knieën. Want chemische middelen wil ik niet gebruiken.”
Ik ook niet. Dus met een plantenspuit gevuld met azijn zak ik thuis zuchtend door de knieën. Gelukkig geen vierduizend meter te gaan.
Leave A Comment