‘Hij heeft me nog nooit laten staan’, riep ik iets te vaak over mijn trouwe autootje.
Deze week werd ik eindelijk afgestraft. Voor het eerst in tien jaar, ik wilde de wegenwacht al opzeggen, hapert hij. Starten gaat probleemloos, maar het stuur draait erg zwaar. Alsof je een vrachtwagen zonder stuurbekrachtiging door de modder wil voeren. Dat laatste blijkt aardig te kloppen. De opgeroepen wegenwachter schijnt even met zijn lampje tussen het motorblok om al snel uit te roepen: ‘Dat dacht ik wel’. De slang van de stuurbekrachtiging is lek. ‘Duur grapje hoor, mevrouw’.
Ik wacht nu met schrik en beven op het telefoontje van de garage, waar ik de patiënt voorzichtig naar toe heb gereden. Mijn trouwe vriend op wielen is bejaard, krokant (bijna doorgeroest) maar wél net gekeurd. Laat ik die dure slang nog maken of ga ik op zoek naar een ander vehikel?
Eens laat zo’n auto je toch staan, ongeacht wat je roept.
Leave A Comment