Zonder telefoon of pasjes fiets ik ’s avonds naar een uitwedstrijd badminton. Mócht me iets overkomen, dan weet niemand wie ik ben. In gedachten zie ik de politie al bezig. ‘Kijk, in haar sporttas zit een A4’tje met speelrooster en contactgegevens van haar team’, roept een agent hoopvol. Eerst proberen ze per ongeluk mijn eigen nummer, maar daar is natuurlijk niemand thuis. Dan maar de tweede op de lijst, mevrouw C uit D. ‘We hebben hier een vrouw gevonden zonder identiteitsgegevens, kan dat iemand van jullie team zijn’, vraagt de agent voorzichtig. ‘Jazeker, dat klinkt al als Hetty D’, beaamt C. ‘Die gaat altijd zonder telefoon op pad. Navigeren doet ze met een stratenboek, maar dát zal niet in haar tas zitten, hoop ik. In het voorvakje zit als het goed is wel een potportemonneetje met een paar tientjes, want we mogen geen Tikkie gebruiken van haar.’
Alles klopt, dus het slachtoffer is geïdentificeerd. Nu maar hopen dat ik snel weer opknap. We komen toch al zo veel dames te kort bij badminton.
Leave A Comment