Een week geleden zag ik plotseling drie jonge poesjes in mijn tuin. Hun nest zat onder wat brandhout onder het afdak.
Wat doe je dan? Géén eten geven, commandeerde ik mezelf streng. Laat ze hun gang gaan, dan zwerven ze vanzelf een keer uit en ben jij er vanaf. Een paar uur later zat ik al met broodkruimeltjes te flemen. De tweede dag kregen ze brokjes die ik speciaal even bij de supermarkt heb gehaald.
Mijn zorgen namen toe. Er zijn al zo veel (zwerf)katten in Nederland, mijn voortuin is één grote kattenbak, wat moet ik met drie van die beesten.
Vanochtend zag ik mijn kraampoesjes tot mijn stomme verbazing door de brandgang huppelen. Onder de schutting door gekropen naar de buren, waar onder de poort een ruime opening zit. Ze zijn al de hele dag weg en komen niet meer terug, vermoed ik. Nuchter én hypocriet als ik ben, hoop ik dat ze door een roofvogel of grote hond gepakt worden. Sorry, Partij voor de Dieren. Ik mag zeker geen lid worden?
Leave A Comment