Toen ik voor het eerst op de redactie van een huis-aan-huiskrant kwam te werken, vermaakte ik me prima met de vele tik- en taalfouten die ik bij de post tegenkwam. Voetbalverslagen, aankondigingen van buurtfeesten, jubilea. Al die (pers)berichten stonden bomvol kromme zinnen en spelfouten. Haha, wat was dat grappig.
Al snel liet ik die misplaatste arrogantie varen. Een goedwillende amateur die een verslagje van de wedstrijd FC Voetbalboys tegen Blauwwit inlevert bij de krant hóeft natuurlijk geen foutloos Nederlands te kunnen schrijven. Daar zijn wij voor, als redacteuren.
Nu iedereen e-mailt, twittert, msn’t en sms’t, komen de gebreken massaler bloot te liggen. Van wie krijg je nu nog ooit een foutloos gespelde e-mail? Van minder dan de helft, schat ik uit het blote hoofd.
Ik kan het niet helpen dat ik dat nog steeds geen bezwaar vind. Van een timmerman verwacht ik dat hij kan timmeren, niet dat hij weet dat “zich irriteren’ fout is. En een ijverige caissière mag haar eigen beroep van mij gerust omschrijven als kassière. Zolang ze maar genoeg geld teruggeeft. Zodra echter een journalist gaat schrijven dat mensen in het water duikten, dan wordt het een beetje penibel.
Boeiuh, zou mijn nichtje twitteren.
Leave A Comment