Een TomTom komt er in mijn auto niet in. Een handig apparaatje, maar het ontneemt me de lol van het autorijden. Laatst kreeg ik bijna ruzie met een sportvriend die mij thuis ophaalde. Drie straten van mijn eigen huis gebood de blikken stem ons rechtsaf te gaan. “Hier moeten we toch echt links’, verzekerde ik de chauffeur. “Weet je het zeker?’, vroeg die argwanend. “Welja, ik woon hier pas 25 jaar.’
Zulk ergernissen dus.
Volgens de evolutie zijn mannetjes de jagers, en dus de spoorzoekers, en vrouwtjes de zorgzamen. Ergens moet de evolutie zich vergist hebben, want ik ben dol op zelf navigeren. Geleerd omdat je als journalist vaak op zoek moet naar onbekende adressen.
Vroeger, voor het digitale tijdperk, was dat nog echt een sport. Met hooguit een stratenboek, en zo’n gemeentelijke plattegrond aan het begin van elk dorp of stadje, zocht je je weg. De Kerkstraat (óp naar die kerktoren), de Spoorlaan (eerst naar het station), de Haarlemseweg (zoek dan maar aan de kant van Haarlem) enzovoort. Heerlijk, behalve als het mis gaat en je doolt een half uur door het eenrichtingsverkeer van Rotterdam, tussen de trams.
Maar toch, moeilijk doen, heeft zijn charme. De ANWB-alarmcentrale krijgt in de vakantietijd veel telefoontjes van automobilisten die radeloos zijn vanwege hun uitgevallen TomTom. “Waar bent u?, vraagt de centralist dan. “Op de snelweg, bij het plaatsje Prochaine Sortie’, klinkt het antwoord.
Sorry, maar die TomTom komt er bij mij echt niet in.
Leave A Comment