In verkiezingstijd hoor je het weer vaak: ‘De overheid luistert niet naar het gewone volk’. In die stelling zit iets romantisch. Alsof het volk een eensgezinde groep is, met één wil. Het woordje gewoon duidt op ‘mensen zonder kapsones’.
Als ik om me heen kijk, zie ik 17,5 miljoen meningen en wensen. Van één volkswil is geen sprake.
Wat is dus het volk? Sommige lieden van dat gewone volk dumpen een bankstel in de polder, omdat dat lekker makkelijk is. Het volk zet ook gewoon zijn stereo op tien op een warme zomeravond. De buren moeten niet zeuren. En weer een ander deel van het gewone volk sloopt een heel stadion als hun club verliest.
Ik zou er soms ook gewoon niet naar luisteren, naar dat volk.
Leave A Comment