Opscheppen kun je overal, aan tafel, op een feestje, tegen vrienden of collega’s.
Jaren terug had ik mijn lesje al kunnen leren. Op een feestje zat ik mateloos op te scheppen over het feit dat ik de weg zo goed kon vinden zonder navigatie. Ik kwam er altijd, ik had dat stomme ding niet nodig in mijn auto. Een week later reden we samen naar een vriend die pas in de grote stad woonde. We hoefden niks op te zoeken, Hetty wist de weg zo wel. Jaja, we eindigden bijna in Roosendaal terwijl we in Breda moesten zijn.
Na dit debacle zou je wat meer nederigheid verwachten. Maar nee, laatst ging het weer mis. ‘Ik fiets altijd heel naar huis, al heb ik nog zo veel pintjes op’, pochte ik tegen een paar kroegvrienden. Even later zaten we met collega’s flink te pimpelen, en schampte ik daarna keihard langs een stenen muur toen ik op de fiets thuis probeerde te komen. Hand kapot, bril kapot, verder alles nog heel.
Ik ga alleen nog maar opscheppen aan tafel.
Leave A Comment