Het is een vakantie van ongewone gebeurtenissen. De overstroming in Zuid-Limburg bijvoorbeeld. De Geul trad ver buiten zijn oevers, maar onze tenten stonden bergop en dus ‘droog’. Ze zijn niet weggespoeld althans.
Een paar dagen later, als het zonnetje weer onschuldig schijnt, het water gezakt is en de straten volstaan met containers waar verzopen huisraad in wordt gedeponeerd, gaan wij, voor het eerst, bergop op een gehuurde elektrische fiets. Uitgelaten vliegen we door de Zuid-Limburgse heuvels. Na deze ervaring zijn we voor het leven verpest, beseffen we. Alleen als we ploeteraars inhalen die moeizaam de berg op stampen, zoals wij voorheen ook deden, voelen we ons schuldig. Verraders zijn we, valsspelers, afvalligen.
Op het eind van de vakantie krijgen we te maken met een ontsnapte papegaai. Het beest vertoeft een hele nacht in de bomen op en rond de camping. Hij vertikt het om naar beneden te komen, waar zijn Belgische baasjes wanhopig staan te tikken op hun arm, te roepen en te klappen. Heel de camping leeft mee. Ook wij staan op den duur te fluiten en te klakken met de tong, in de hoop dat we hem naar beneden kunnen lokken.
Best ongewoon, al zeggen we het zelf.
Leave A Comment