Gekruiste armen voor de romp: allemaal afweer

Lichaamstaal

Lichaamstaal zegt soms meer dan duizend woorden.

Opgetrokken wenkbrauwen bij de gesprekspartner zijn een slecht teken. Je hebt iets gezegd wat voor de toehoorder schokkend of verrassend is. Neemt hij of zij dezelfde houding aan als jij, benen over elkaar, hoofd aandachtig scheef, dan gaat het goed. Dit kopieergedrag duidt op eensgezindheid. Je gesprekspartner voelt zich op zijn gemak bij jou of bij wat je zegt.

Gaan de mondhoeken omhoog maar verschijnen er geen lachrimpeltjes rond de ogen? Dan ga er maar van uit dat het een neplachje is. Iemand in de verdediging kruist graag zijn armen voor zijn borst of romp. Denk aan mannen die aan hun manchetten plukken als ze een volle zaal binnenkomen, of dames die hun handtas krampachtig tegen de borst klemmen. Allemaal afweer.

Opgeheven hoofd, schouders naar achteren, daarmee neem je je ruimte in en laat je zien dat je er bent. Scheelt je mooi duizend woorden.